In het openbaar
‘Wat wil je liever, dat ze het ergens buiten doet, in het openbaar of binnen de veilige omgeving van een huis?’ zei mijn 78-jarige oma tegen mijn 38-jarige moeder over hun 17-jarige (klein)kind. Het gesprek ging over of ik al dan niet bij mijn even oude vriendje in Monnickendam mocht slapen in het weekend. Want, uitgaan in Amsterdam, praktischer, enzovoort. Onder dat mom probeerde ik het te ‘verkopen’. Dankzij mijn grootmoeder ging het feest door.
Over buiten gesproken: wat ‘denken’ kuddedieren bij de eerste zonnestralen? ‘We gaan de wei in met z’n allen’. Rennen, springen, dansen, maakt niet uit. Wie raakt er niet ontroerd van de springende koeien, die eindelijk na een lange winter naar buiten mogen met elkaar, op een zonnige lentedag? Vrolijkheid, dat is wat het voorjaar brengt, dat geldt ook voor de menselijke variant van het kuddedier. Vandaar het tafereel dat we vorig weekend zagen, met een vol Vondelpark als showcase. Mensen zijn niet gemaakt om altijd alleen te zijn, ze hebben behoefte aan contact, aan toevallige ontmoetingen, mooie gesprekken, sterke verhalen. Eén man of vrouw bij je thuis op bezoek is hiervoor niet genoeg. Het gaat juist om de dynamiek in de groep en om het onverwachte, het leven, iets meemaken! Dat gebeurt niet binnen vier muren, je moet erop uit!
Dit weekend is het een jaar geleden dat we in ons land de eerste coronabesmetting hadden. De kranten staan bol van reportages over welke ellende ons ten deel is gevallen. Eenzaamheid, mensen die gestorven zijn, jongeren die zelfmoord hebben gepleegd, gezondheidsklachten na corona, uitgestelde zorg, scholieren met achterstand. Toch was er een lichtpuntje eind vorig voorjaar; de horeca ging na de eerste lockdown weer open. We mochten zelfs gereguleerd in de tenniskantine en op het terras. De uitbaters hadden goede voorzieningen getroffen om het virus de baas te zijn, een flinke investering moet dat geweest zijn. De meeste zaken hadden het goed voor elkaar en met de kennis van nu kan dat misschien nog wel beter. Met de vaccinaties die in volle gang zijn, de medicatie die er is en de gewoonten die erin gesleten zijn als vaak handen wassen, anderhalvemeter afstand bewaren en in je elleboog hoesten zou je denken dat we een stuk verder zijn dan in de lente van 2020.
‘Wat wil je in deze omstandigheden liever, dat we met z’n allen naar het Vondelpark of een ander gebied gaan en dat het daar heel druk wordt of dat we verspreid en gereguleerd op een terras zitten?’ Ik hoor het mijn oma zeggen. Was ze er nog maar, dan had ze tegen Rutte, de Jonge en consorten kunnen zeggen, dat het veel veiliger is om ‘onder toezicht’ samen te komen dan zomaar ergens buiten, in het openbaar.
Column van 28 februari 2021
Geef een reactie