
Wat is erger? Een funshopper of een runshopper?
Eén van de twee lampen boven mijn bureau is kapot. Ik heb er geen één meer op voorraad, dus ik moet helaas met spoed naar de bouwmarkt. Ik vermijd winkels als het even kan en als ik ergens snel weer uit wil, is het de bouw- of supermarkt. Ik vond het al niet lollig, maar met de komst van het mondkapje vind ik het meer dan vreselijk.
‘Brrr, ik krijg er de kriebels van’
Van nature ben ik geen funshopper, in tegenstelling tot de meeste vrouwen. Zeg ik dit tegen een man, dan kijkt hij mij meewarig aan. Vaak meegemaakt. Dan blijkt die man in kwestie juist erg van winkelen te houden! Gezellig met moeder de vrouw op zaterdag de stad in. Kleding kopen. Dat zijn dus van die mannen die ik juist niet wil tegenkomen als ik het kleedhokje uit moet om mezelf in de nieuwe outfit in de spiegel te aanschouwen. Meerdere zaterdagen meegemaakt dat ze verveeld met hun armen over een kledingrek hangen en niet alleen hun eigen vrouw maar ook alle dames, die het hokje uitkomen, van top tot teen bekijken. Brrr, ik krijg er de kriebels van. De zaterdagen vermijd ik dan ook al jaren. Ik neem liever vrij op vrijdag. Maar dan moeten we niet en masse gaan thuiswerken die dag, want dan zijn die mannen in staat om ook die optie om zeep te helpen. Even in de pauze de stad in!
Een funshopper is dan ook niet per definitie een vrouw. Meestal wel. Zo ook als ik in de bouwmarkt kom! Nota bene het walhalla voor de man, zou je denken. Nee hoor, niet meer! Tegenwoordig hebben ze leuke ‘hebbedingetjes’ voor in huis. In verband met de coronatijd staat er op een poster, dat je gericht moet winkelen. Nou, heb ik even mazzel! Dralende vrouwen, daar zal ik geen last van hebben. Helaas, ik kom bedrogen uit. Er is bijna niemand in deze megagrote ruimte, maar wie denk je dat er precies naast mij komt staan om alle lampjes eens op te pakken, te bekijken en weer terug te zetten? Een vrouw met in haar karretje allerlei tierelantijntjes. Een funshopper pur sang. De mondkapjes bevallen me niet, het beleid tegen funshoppen wel. Kunnen we het laatste niet handhaven?
Ik pak het eerste het beste lampje uit het schap van welke ik denk dat het het juiste is. Ik moet tenslotte zo snel mogelijk het pand zien te verlaten. Dat lukt, alleen zegt de cassière heel lief bedoeld dat ik mijn oude lamp, die ik als voorbeeld mee had genomen, in de speciale afvalbak kan gooien. Dat doe ik braaf. Terug op kantoor blijk ik één van de nog werkende lampen mee te hebben genomen. Die nu dus in de bak ligt. Kan ik weer terug naar de bouwmarkt. Ik ben dan wel geen funshopper maar wel een domme runshopper. Geen idee wat erger is. Misschien kunnen ze naast ‘shop gericht’ ook ‘shop slim’ op de poster zetten. Zodat je niet twee keer naar de winkel hoeft te komen voor hetzelfde product. Voor domme runshoppers zoals ik.
Column van Brigitte Schiering, mei 2021
Geef een antwoord